Na jaren opleiding in verschillende kantsoorten wil je zelf experimenteren . Na kant in kleding werd het o.a.  motieven driedimensionaal. Aanvankelijk gestart met Brugse kant, een gekloste waaier  met daarop een gekloste orchidee. Niet zo evident, alles zelf uitdokteren en telkens opnieuw herbeginnen omdat het niet werd wat ik wou. Om en bij 500 uren vooraleer het resultaat goed was. Als het meevalt is het een nieuwe start met een andere bloem, ook een orchidee maar nu in Duchessekant. Terug in linnen, wit maar nog met fijnere draad. De grote en kleine bloembladeren starten met een contour van een smal geklost bandje, waaraan de verticale draden kunnen vastgemaakt worden, een massa klosjes op een beperkte ruimte. Volgens de vorm bijleggen en uitnemen. De horizontale draden, amper 2 klossen die constant heen en weer gaan en telkens vastgemaakt worden aan het vooraf gekloste bandje. Elk bloemblad geeft de indruk van een fijn geweven stof. Het tweede blad is meer opengewerkt waarbij de draden goed zichtbaar zijn en de structuur vrij duidelijk is. Bovenaan nog een botje opnieuw in een andere weving. Alles is vastgemaakt aan een soepele metaaldraad en omwonden met bruine plakband. Het takje is gemonteerd in een schelp. In het hartje van de bloem ligt een parel, vandaar de link met de parelketting. Alles onder een plexiglazen stolp.

Een ander experiment is een detail uit een schilderij van Hundertwasser, uitvergroot en eveneens omgezet in kant. Dit is een samenstelling van én kloskant én naaldkant op een achtergrond van beschilderde zijde. De linkerkant van het werk is hoofdzakelijk in kloskant, de rechterkant van het gezicht is een mengeling van naaldkant, borduren en diverse naaisteken, alles met de hand, de drie horizontale  lijnen in geel en groen  zijn ook geklost. Hier zijn linnen en ook andere garens gebruikt, tot zelfs lichte nylondraad.

Ik laat de keuze aan jullie,  als maar één in aanmerking komt, maar ik geef de voorkeur aan de detail van Hundertwasser.