Het startpunt was een houtsnede van Hokusai, een geisha in een purperen kimono.
Dit drieluik laat verschillende onderzoeken naar die Kimono zien.

Eerst kwam er een illustratie, omgezet naar een lino afgedrukt op een weefsel van restpapier en hoogwaardig Japans papier. De wisselwerking tussen emotie en techniek, oud en nieuw en de bewegelijkheid van zowel de illustratie als het papieren textiel komen hier naar voren.

Ik wou graag meer stof textiel betrekken in mijn werk dus begon ik papier en textiel te verweven, de kleur is hier de rood-purperen draad met de andere werken. Ook de tactiliteit en eenvoud van dit werk zijn hier belangrijk.

Als laatste heb ik een patroon met kimono's gemaakt in lino en een lot stof hiermee bedrukt, zoals de oosterse blockprints. Met deze stof heb ik een kimono op schaal gemaakt die boven de andere 2 werken wordt gepresenteerd.

De spiegel in de opstelling versterkt de repetitie van het patroon uit de kimono.