Kunstenaar

Elke Cuypers

Elke Cuypers

2500 Lier

Elke Cuypers, Duffel °1978

De werken van Elke Cuypers zijn vaak autobiografisch. De elementen in haar werk refereren vaak naar herinneringen. Ze verbeelden in wezenlijke zin innerlijke gemoedsbewegingen en brengen elementaire verbeelding van emoties tot stand. ‘Wij moeten altijd normaal doen en succesvol zijn. Maar zijn wij blij? ‘ De schilderijen en collages zijn deels zelfportretten. Het zijn reflecties van wat er in haar omgaat, dat doet ze eerlijk en met zelfspot. Zij hecht veel waarde aan de lach. Humor als ‘coping meganism’. Cuypers wil zichzelf niet zo bloedserieus nemen. Alles in haar werk is ontleend aan wie ze is, aan haar directe omgeving. Bij haar is het schilderij een resultaat van een noodzakelijke dadendrang. Het is een werkproces waarin het éne werk aanleiding geeft voor het volgende. Ook als zij minder tevreden is over een werk heeft het zijn functie in het geheel. Het schilderen an sich heeft al een inhoud. Elke ziet en voelt meteen wanneer het niet werkt. Het kunnen voor haar echter niet alleen verfoppervlakken blijven. Cuypers heeft figuratie nodig om ‘iets’ te laten zien. De figuren van de schilderijen bestaan vaak enkel uit contouren of kinderlijk gevormde gedaante. Deze vertolken op vrolijke wijze soms donkere thema’s als ziekte, verdriet, angst, want humor verzacht en geneest. In haar werken zit  een tweestrijd tussen onderwerp en fel kleurgebruik.  Zoekend in dagbladen, kranten en haar omgeving reageert zij op de actualiteit. Vervolgens gaat Elke schilderen, assembleren en laat zij het onderwerp los. Zo ontstaat op het doek een verhaal zonder naratief. Terugkerende elementen treden op als symbolen: ogen, hersenen, armen, benen, kind,… lege gezichten als symbool voor angst, wedloop en verlies van identiteit en omo versalis. Zij stript ze van hun waarde en sentiment en plaatst deze in een vreemd aandoend universum. In een schilderproces dat voert naar ‘de andere kant’. Het gebied waar het ego en daarmee verbonden verstand geen controle meer heeft en de handeling zelf leidt je naar ‘de ruimte voor iets anders’.