Nintendo Archief

Nintendo Archief

Ik heb het lang moeilijk gehad met volwassen worden. Uiteindelijk besefte ik dat het niet de toekomst was die me angst aanjoeg, maar het loslaten van mijn jeugd. Mijn knuffelberen waren mijn helden in een periode vol onzekerheid, pesterijen en stilte.

In deze reeks kijk ik terug door de lens van mijn oude Nintendo. Daar vond ik talloze foto’s van mezelf als kind — beelden die tonen hoe ik toen naar de wereld keek. Deze foto’s schilder ik opnieuw in acryl. Ik beeld mezelf altijd nét een beetje ongemakkelijk, pijnlijk of ziekelijk af. Ik wil namelijk vermijden dat de werken gezien worden als vrolijke kinderprentjes, want zo voelde die tijd niet.

Elke avond waarop ik mezelf in slaap huilde, elke keer dat ik mijn knuffelberen vertelde wat niemand anders wilde horen — dat zit verweven in deze beelden. Daarom zijn ze tegelijk kleurrijk en kinderlijk, maar ook verontrustend.

Na het schilderen snijd ik een roze passe-partout: een kleur die voor mij symbool staat voor wie ik was — zacht, dromerig, roze. Onder elk werk noteer ik de datum waarop de originele foto werd genomen.

Wanneer de werken gepresenteerd worden, hangt er telkens een tekst naast. Op datzelfde roze papier, met dezelfde datum, beschrijf ik wat ik me als volwassene nog herinner van dat moment. Tijdens het schilderen raak ik vaak in een soort trance, waardoor mijn kinderlijke zelf weer heel dichtbij komt. Die herinneringen schrijf ik meteen neer — rauw, eerlijk en soms pijnlijk persoonlijk.

Deze reeks is een ontmoeting tussen toen en nu: een poging om dat kind, dat zich zo weinig gehoord voelde, eindelijk een stem te geven.

`Dit zijn de teksten in de correcte volgorde met de beelden:

1/2 In mijn roze kamer, met mijn roze lamp en mijn roze tong vertel ik voor het slapengaan aan mijn roze pop met roze haar en roze mond alle dingen die ik vandaag heb 

meegemaakt. Ik vertel haar over het 

pestgedrag, over de ruzie die ik had met mijn ouders en over mijn onzekerheden. Over hoe ik hoop dat ik later mooi, dun en gelukkig zou zijn; hoe ik hoop dat dit snel voorbij gaat. Na het bijpraten vertelt mijn pop me leuke verhalen, over de avonturen die ik zal mee maken in de Gavers of op reis.We lachen en we babbelen, we nemen nog wat foto’s om deze leuke momenten vast te leggen en doen dan het roze lampje uit. 
 

3.Mijn ouders hebben me voor de zoveelste keer naar boven gestuurd omdat ik weer iets fout doe. De tijd doden, selfies nemen in bed. Tekeningen maken om mijn kamer te pimpen en naar de windmolens kijken uit mijn raam. Spelen met mijn knuffels, de katten in mijn kamer lokken. Zo’n kleine roze kamer voor zo’n groot meisje.


4. We gaan elke zomer met het gezin en de familie Kerkhof naar het zuiden van Frankrijk. De autoritten zijn lang, zeker voor iemand die reisziek is. Ik kijk hierdoor het grootste deel van de autorit naar buiten zodat ik me niet slecht voel. Konijntje zit altijd samen met mij op de achterbank. Ik verveel me vaak. Terwijl ik naar buiten kijk beeld ik me soms een denkbeeldig personage in dat over de snel voorbijvliegende bomen en auto’s een soort parcours aflegt. Het springt over de bomen van auto naar auto en Konijntje doet soms ook mee. Het is een soort race.

5. Mijn poes Marcel is heeeel lief. Het is een jongentje, zodat mijn papa dan toch niet met alleen meisjes samenwoont. Marcel is eigenlijk een superkat. Ik volg hem overal en laat hem verschieten als hij door een deur wandelt. 

We ontbijten ook altijd samen. Voor mij een chocolademelk en stutten met choco, maar wel zonder de korst. Voor Marcel een gewoon poezenmelkje en mijn korsten met choco. Als ik dan naar school ga houdt hij de waak van ons huis. Een echte superkat. 


6.Marcel doet altijd kaka onder de trampoline. Hij graaft proper een kuiltje en zit daar dan in een grappige houding te kaken. Kuiltje toe en weer weg. Ik ben altijd bang als ik kunstjes doe op de trampoline en Marcel graaft zijn kuiltje niet toe. 


7. We maken veel ruzie. We zijn tegengestelden. Zij is blauw en ik ben roze. Zij is groot en ik ben klein, zij is oud en ik ben jong. Zij heeft een betere Nintendo en ik een oudere, maar toch steelt ze die van mij ALTIJD! Ik vind hem dan niet terug op zijn vaste plek en vind dan rare opnames, foto’s,... Als ik hem zelfs terugvind. Mijn mama gelooft me niet, maar ze pakt hem echt af. Gelukkig breekt ze niet mijn records op de spelletjes die ik het liefste speel. Alleen mijn papa kan dat, hij is slim. Daardoor mag hij niet meer spelen. Want zijn record kan ik niet inhalen. 


8.Voor ik ga slapen nog eens goed lachen met mezelf en hoe deze misvormde filters eruitzien. Toch nog iemand die me kan laten lachen. 


9.n de gevulde rekken in Dreamland zie ik deze roze eekhoorn met roze glitteroogjes. Zij doet me denken aan de eekhoorns die ik vaker zie in de Gavers. Dat is een natuurgebied vlak naast mijn huis waar we veel gaan wandelen. Ook mijn zomerkampen breng ik daar door. Ik weet precies waar in de Gavers er zitten. 


10. Sleepovers bij mijn vrienden, tijdens hun verjaardagsfeestje waar mijn vriendje bij is. We zijn al samen sinds maandag! Ben ik wel mooi genoeg als ik slaap? Even kijken hoe ik er dan uitzie. 


11. Deze foto is de enige foto van het schaapje dat ik nog heb. Hij staat er niet eens volledig op. Hij lijkt ergens te zijn gesmeten en per ongeluk gefotografeerd. Ik geef schaapje geen naam. Ook al benoemde ik sommige knuffelberen naar het dier dat ze waren, het schaapje benoem ik niet. Ik wijs het aan of zeg gewoon “mijn schaap knuffel”, maar zelfs de naam ‘Schaapje’ geef ik het niet.

Schaapje doet me te hard denken aan de godsdienstles, en aan de kerk naast mijn school. Ook vind ik God iets absurds. Ik zal dan ook ontdekken dat ik helemaal niet in God geloof, maar nu weet ik van niet beter. Ik doe tegen mijn zin mijn eerste communie en tijdens de ceremonie krijgen we een knuffel: het schaapje. Heel dubbel, ook al hou ik van knuffeldieren, toch bevalt deze me niet. Het opdringen van het geloof aan een kind; het lichaam van Jezus als schaap; het doorsnijden van de ijstaart in lamvorm waar kersensap uit stroomt. Dit is de meest ‘geforceerde’ dag van mijn leven.


12. Deze poppen waren heel populair. Maar ze zijn veel te duur. Ik wil altijd de roze pop, die met het roze haar, de mooiste haarkleur die er is. De haarkleur die ik van mijn ouders niet mag bij de kapper.

Op Sinterklaas krijg ik de pop. Ik weet dat ze te duur is voor mijn ouders en zal er daarom heel goed voor zorgen. Ze heet Lila, Lilo, Lola of misschien Lili. Ze heeft een mensennaam want dat is ze ook: iemand van vlees en bloed, levensecht. Ze lijkt op mij, met haar blauwe ogen heeft ze precies dezelfde oogkleur als ik. Ze bestaat echt.


13.Als we genoeg geoefend hebben op het bijknippen en het mooi maken van onze barbiepoppen, mogen we ook eens kappertje spelen voor mama. Aangezien onze scharen opeens allemaal weg zijn, kunnen we mama’s haar niet knippen. Maar dat is niet erg. Met een paar vlechtjes en speltjes maken we haar heel mooi. Even tonen aan onze cliënt hoe ze eruit ziet vooraleer we nog een foto vastleggen van ons prachtige kunstwerk. 


 

2025
Helen Adams

Helen Adams

Meer van deze kunstenaar

Helen Adams
Helen Adams
Helen Adams
Helen Adams
Helen Adams
Helen Adams
Helen Adams
Helen Adams