Het Poelaertplein, Brussel

Het Poelaertplein, Brussel

In het aanschijns van de grootste rechtbank ter wereld zet Thierry een eerste pas op het Poelaertplein, tevens het grootste plein van de stad en hij voelt zich meteen opgenomen in iets dat groter is dan hijzelf. De zon drapeert haar stralen over de verschillende soorten steen en Thierry waant zich een filosoof temidden van filosofen in de school van Athene van de renaissance-schilder Rafaël, in kleurrijke toga, op leren sandalen en met zware boeken. Plato wijst naar boven, Aristoteles strekt zijn arm voor zich uit en Thierry wandelt naar het infanteriemonument, knielt en knoopt zijn schoenen los. De voorgevel van het gerechtsgebouw verdwijnt en Thierry kijkt recht de zaal des pas perdus in en kijkt gefascineerd naar de machinaties van rechtvaardigheid, onafhankelijkheid en onpartijdigheid, de rondzwevende weegschalen die meticuleus alle feiten afwegen in het licht van het gewicht dat de wet eraan toekent. Het zachte zoemen heeft een rustgevend effect op Thierry. De op- en neergaande schalen geven hem het vertrouwen dat er ergens iemand de score bijhoudt, dat er iemand is die weet wat er gebeurd is en die, wanneer het er echt toe doet, rechtstaat, de keel schraapt en goed en slecht van elkaar scheidt en het eerste laat doorwegen in het beschikkende deel van de uitspraak, altijd. Toch?

Het is maandagmorgen en iedereen lijkt te vroeg zijn opgestaan. De tramdeuren openen zich en als een weggelopen ober wandelt Thierry de trap op met de taart rechtgehouden op de palm van zijn rechterhand. De badge, sleutels, gsm en portefeuille gaan in het plastieken mandje links van de metaaldetector. De taart gaat mee door het poortje zonder één van de kanten te moeten optillen. De Security Officer kijkt naar de taartdoos en vraagt of het zijn verjaardag is. Hij schudt zijn hoofd. De Security Officer besluit dan dat hij iets goed te maken heeft. De lift stroomt vol en noodgedwongen gaat de taart weer de hoogte in. De spieren in zijn rechterarm zijn in geen tijden zo getest. Vanuit die hoogte heeft het gebak een goed zicht: frisgewassen haartjes, vettige kapsels, droge kruinen met roos. Het is ijzig stil in de lift. Iedereen vecht voor zijn laatste seconden vrijheid. Het angstzweet wordt voorlopig nog gemaskeerd door aftershave, deodorant en onwetendheid.

Met zijn linkerhand steunend op het raam ter hoogte van zijn hoofd en zijn rechterhand in zijn broekzak, kijkt Mohamed naar het historisch centrum van Brussel alsof het Manhattan is. De glazen deur sluit zich achter Thierry die zegt ik heb je post-it gelezen. Tien seconden kruipen voorbij. Mohamed keert zich om, de ogen gesloten. Met zijn rechterhand gaat hij onder zijn klassiek blauwe lamswollen pull, haalt een envelop uit zijn hemdszakje en zet een pas naar voor. Hij legt de envelop op het bureau, plaatst de top van zijn rechterwijsvinger erop en schuift deze richting Thierry met de woorden: een extra maandloon, ABC zegt sorry. De rechterwijsvinger zweeft even boven de envelop en verdwijnt dan geruisloos in zijn broekzak. Mohamed opent langzaam de ogen. Ik heb een taart gebakken zegt Thierry. Een frangipane taart van SOS Piet.

Thierry staat plechtig op zijn Hema-sokken voor de crypte en zet zijn dolfijnkleurige schoenen voor het metalen hek, naast de stenen soldaat. Denkbeeldig gooit hij zijn trouwe metgezellen in eeuwig vuur. Enkele tellen hebben de vlammen geen vat op de vinstappers. Zonder de afbraak af te wachten stapt hij in de schaduw van de obelisk naar de balustrade. Hij legt zijn sokken op de verrekijker: goeiemorgen Brussel, goeiemorgen lieve vriend.

De blik van Thierry blijft hangen op de antieke tekenpop, links van de envelop, op het bureau van Mohamed. Hij had exact dezelfde als kind, misschien iets lichter van kleur. Hij nam de pop overal met zich mee. Thuis stond de pop op de tafel voor het raam van zijn wereld. In de reflectie van het slaapkamerraam ziet hij een groot wit konijn dat hem wenkt. Thierry keert zich, steunt op zijn elleboogjes en laat zich van de stoel glijden. Thierry volgt het konijn door de lege gang, daalt de trap af en stapt de sneeuw in door de open glazen schuifdeur. De sneeuw dwarrelt voorzichtig het huis binnen, op de houten rooster en het oosters tapijt. Het konijn verdwijnt in de sneeuw, Thierry herkent enkel de blauw getekende omtrek en bedient zich van het vers gemaakt paadje richting de oevers van de vijvers. Het is oorverdovend stil op de rozenweg. Het hek sluit zich in stilte. Het konijn heeft de oever bereikt en kijkt even om alvorens te verdwijnen in zijn hol.  Een weldadig gevoel trekt Thierry de aarde binnen, hij herkent de muziek, de warmte, de geuren, de beelden en de smaak.

Mohamed staat nu vlak voor hem en schreeuwt dat hij niet geïnteresseerd is in taarten:

- Die taart komt de dienstvergadering niet binnen. Slijmen doe je godverdomme maar in je vrije tijd.

Thierry verlaat het kantoor en bedenkt zich dat hij de houten pop nooit heeft getekend.

Thierry passeert de hoofdingang van het justitiepaleis en vraagt zich af hoeveel deuren het wel niet zou bezitten. Hopelijk heeft de conciërge een loper. Steentjes prikken de onderkant van zijn voeten. Ze maken dat hij rechter loopt.

2023
118 x 157
Thomas Dielman

Thomas Dielman